Spring naar content

Buren zet vol in op samenwerking op weg naar 1.650 extra woningen

Dit nieuwsbericht is verlopen.
22 mei 2023, 10:18

Op woensdag 17 mei organiseerde de gemeente Buren de kick off van de intensieve samenwerking tussen marktpartijen en de gemeente om de komende jaren 1.650 woningen te gaan realiseren. Tijdens het woondiner ging wethouder Martine de Bas (Wonen) met woningontwikkelaars, de woningcorporaties en makelaars in gesprek over kansen en drempels om die gigantische opgave de komende jaren te kunnen realiseren. Dat kan immers alleen als we daar samen de schouders onder zetten. Het woondiner is de eerste stap om de samenwerking te intensiveren en een belangrijke stap om de 1.650 woningen voor 2030 te gaan realiseren onder de noemer #thuisinBuren. 

Tijdens het diner kwam onder andere de ambitie van de gemeente ter sprake om in nieuw woningbouwproject 40% sociale huur en 40% goedkope koop te realiseren. Dat zijn de woningen waar we in Buren veel te weinig van hebben. Wethouder De Bas: “Het liefst bouwen we morgen al woningen. We weten dat de behoefte groot is en steeds verder zal groeien. Dit is een enorme uitdaging. Daarom denken we ook aan een combinatie van versnellen van grotere projecten voor permanente huisvesting en tijdelijke woningen – zogenaamde flexwoningen – op korte termijn. Dat kan alleen als we allemaal hetzelfde beeld én doel hebben en samen afspraken maken over dat wat er nodig is om dat te doen. De gemeente kan dit niet zonder grondeigenaren, ontwikkelaars, corporaties en makelaars: we moeten het echt samen gaan doen”.

Evaluatie woonbeleid en kansen

Tijdens het woondiner bleek de bereidheid van de aanwezigen groot om samen met de gemeente aan de slag te gaan. De deelnemers gaven feedback aan de gemeente over het huidige woonbeleid van de gemeente: beleid dat de komende maanden wordt geëvalueerd, onder andere met input van de aanwezigen bij het woondiner. Zij gaven onder andere aan dat de focus op bouwen voor starters nog steeds heel belangrijk is: makelaars gaven aan dat zij vaak de vraag krijgen van jongeren hoe zij kunnen starten op de woningmarkt. De woningcorporaties gaven aan behoorlijke wachtlijsten te hebben van jongeren, maar ook van senioren en mensen met een urgente woonbehoefte waarvoor (veel) meer sociale huurwoningen nodig zijn. De ontwikkelaars gaven aan veel kansen te zien in de gemeente Buren, in het bijzonder ook voor markthuurwoningen.

Daarnaast adviseerden de aanwezigen de gemeente om woningbouwprocedures zo veel mogelijk te vereenvoudigen en te uniformeren. Op die manier kunnen ontwikkelaars de snelheid er inhouden, stelden zij. De gemeente is inmiddels hard aan de slag met de procedures en gebruikt de opmerkingen van de aanwezigen om dit verder te verbeteren. Hierbij moet ook gekeken worden naar het uitganspunt om gelijkmatig te bouwen, verdeeld over de deelgebieden Lienden, Beusichem, Buren en Maurik.

Wethouder Martine de Bas: “De ontwikkelingen in de woningmarkt vragen dat we over dit onderdeel van het woonbeleid met de gemeenteraad in gesprek gaan. Hoe gaan we om met situaties waarin  ontwikkelingen in het ene deelgebied niet snel van de grond komen, maar voor andere deelgebieden juist wel veel mogelijk is? We moeten met elkaar kijken hoe we hierin een goede balans vinden zonder het kerngericht ontwikkelen los te laten”.

Doorpakken

De aanwezigen waren positief over het woondiner. Wethouder De Bas: “Mooi om te merken dat we zoveel medestanders hebben om die enorme klus te gaan klaren. Het zal niet makkelijk worden, maar de energie en wil om er echt stappen in te gaan zetten, is er. Ik word daar echt blij van. Maar nu moeten we wel doorpakken. Dat hebben we samen ook geconcludeerd. Dat betekent dat ik namens het college binnenkort in gesprek ga met de gemeenteraad om het woonbeleid aan te passen aan de eisen van 2023 tot 2030, maar ook aan de slag ga om de drempels in het proces zo veel mogelijk weg te nemen. En dat het tijd is om inwoners samen met de partners te gaan betrekken bij #thuisinBuren. In september gaan we inwoners samen vertellen wat onze plannen zijn, hoe zij daar aan bij kunnen dragen en wanneer de verschillende kernen actie kunnen verwachten”.