Richtlijn uitzondering wisselteelt op vergunningplicht weidevogelgebied
Het bestemmingsplan verbiedt het zonder vergunning scheuren van grasland in weidevogelgebied. Op die vergunningplicht bestaat een uitzondering voor wisselteelt. Over de uitleg van die uitzondering wordt verschillend gedacht. Daarom heeft het college op 20 mei een richtlijn vastgesteld. Daarmee kunnen vergunningaanvragen en handhavingsverzoeken op dezelfde manier behandeld worden. Dat is belangrijk omdat onlangs een groot aantal handhavingsverzoeken is gedaan. Daarbij werd voorgesteld dat jaarlijks van teelt gewisseld moet worden om voor de uitzondering in aanmerking te komen.
In de richtlijn wordt bepaald dat minimaal eens in de vijf jaar van teelt gewisseld moet worden om voor de uitzondering in aanmerking te komen. Het college vindt het logischer en eerlijker om het bestemmingsplan zo uit te leggen. Europees beleid gaat er ook vanuit dat grasland pas na vijf jaar ‘blijvend’ wordt. Volgens het bestemmingsplan moet daarnaast sprake zijn van ‘bestaande’ wissleteelt. Dat betekent dat vanaf inwerkingtreding van het bestemmingsplan elke vijf jaar minimaal eenmaal van teelt gewisseld moet zijn. Tot slot bekijkt het bestemmingsplan wisselteelt op het niveau van ‘een bepaald stuk land’. Met de richtlijn wordt dat uitgelegd als één ‘feitelijk perceel’. Dat moet hetzelfde gebruik hebben en afgebakend zijn. Zo’n perceel kan uit meerdere kadastrale percelen bestaan maar moet wel aaneengesloten zijn.
Het college werkt aan een nieuwe regeling voor bescherming van weidevogels in het toekomstige omgevingsplan. Op 4 februari 2025 nam de raad een amendement aan op de nota van uitgangspunten omgevingsplan deelgebied buitengebied. Daarbij is besloten het huidige scheurverbod in de toekomst te schrappen en te vervangen door een gebiedsgerichte aanpak. Dat amendement wordt betrokken bij de nieuwe regeling.