Spring naar content

Participatie

De gemeente Buren vindt het belangrijk om inwoners de kans te bieden om invloed uit te oefenen op de gemeentelijke besluitvorming. Daarom is het beleidskader ‘Burense kaders voor participatie 2025’ opgesteld. Hierin staat beschreven op wat voor manier we inwoners het beste kunnen betrekken bij besluitvorming van de gemeente én hoe we inwoners kunnen ondersteunen bij hun initiatieven.

Op deze pagina leest u meer over:

Inwonersparticipatie wordt ook wel burgerparticipatie genoemd. Het is een verzamelterm voor manieren waarop de gemeente inwoners de kans biedt om invloed uit te oefenen op de gemeentelijke besluitvorming. De raad en het college hebben een belangrijke rol in het vaststellen van beleid, maar de gemeente kan hier ook inwoners actief bij betrekken.

Niet ieder plan is geschikt voor participatie. Soms ligt dat aan het onderwerp, de beschikbare tijd of het budget. Ook speelt mee hoeveel ruimte er is voor verschillende oplossingen. Daarom bekijkt de gemeente per plan of participatie zinvol is. We gebruiken hiervoor een hulpmiddel dat helpt om die keuze goed af te wegen. In sommige gevallen besluiten we dan om géén participatie te organiseren. Zo zorgen we dat het voor iedereen duidelijk is waarom we wel of niet participatie inzetten.

Of de gemeente participatie inzet bij een nieuw project, beleid of vraagstuk, hangt af van een aantal zaken. De betrokken ambtenaar bekijkt per situatie of participatie passend en haalbaar is. Daarbij wordt gekeken naar:

1. Invloed op inwoners, organisaties of ondernemers
Heeft het onderwerp invloed op mensen of organisaties in onze gemeente? Dan willen we hun wensen en ideeën graag meenemen. We kijken hierbij door de bril van inwoners, ondernemers en organisaties naar het onderwerp. Met participatie halen we op wat er speelt bij inwoners en wat zij belangrijk vinden voor het plan.

2. Ruimte om mee te denken
Participatie heeft alleen zin als er echt iets te kiezen valt. Als alles al vastligt, bijvoorbeeld door wetten, bestaand beleid of financiële beperkingen, is participatie niet mogelijk. In dat geval leggen we duidelijk uit waarom we informeren in plaats van participeren.

3. Tijd voor participatie
Goede participatie kost tijd. Soms is die tijd er niet, bijvoorbeeld als er snel een besluit nodig is. Dan lukt het niet om inwoners op tijd te betrekken.

4. Mensen en middelen
Participatie vraagt inzet van medewerkers en geld. Zo kunnen er ideeën van inwoners uit een participatiebijeenkomst komen, die extra kosten met zich meebrengen. Als er te weinig tijd, mensen of geld is, vraagt het college de gemeenteraad om extra middelen.

Er zijn verschillende manieren waarop inwoners kunnen meedoen met plannen of projecten van de gemeente. Hiervoor gebruiken we de participatieladder: een hulpmiddel dat laat zien hoeveel invloed inwoners kunnen hebben. Een onderdeel daarvan is de beslisboom om te bepalen welke vorm van participatie het beste past bij een project. Hoe hoger je op de participatieladder komt, hoe meer invloed inwoners hebben.

Trede 1 – Informeren (meeweten)
Inwoners worden geïnformeerd over plannen en besluiten. Ze hoeven hier niets voor te doen, maar worden wel op de hoogte gehouden.
Let op: de gemeente Buren ziet dit niet als participatie, omdat er geen invloed is op het besluit en omdat het de basis dient te zijn bij een nieuw beleidsplan om inwoners te informeren.

Trede 2 – Raadplegen (meedenken)
De gemeente bepaalt de agenda, maar vraagt inwoners om hun mening. De uitkomsten kunnen invloed hebben, maar zijn niet bindend.
Voorbeeld: inwoners reageren via een online enquête op een voorstel voor een nieuwe verkeerssituatie.

Trede 3 – Adviseren (meedenken)
De gemeente bepaalt de agenda. Inwoners krijgen de ruimte om zelf ideeën en oplossingen aan te dragen. De gemeente neemt deze adviezen serieus en wijkt alleen gemotiveerd af.
Voorbeeld: een werkgroep van inwoners wordt uitgenodigd om mee te denken over het ontwerp van een nieuw park.

Trede 4 – Coproduceren (meedoen)
De gemeente en inwoners maken samen de agenda en zoeken samen naar oplossingen. Inwoners zijn in dit geval de partner in het gesprek.
Voorbeeld: Samen met inwoners een plan ontwikkelen om het dorpshuis te vernieuwen.

Trede 5 – Meebeslissen
Inwoners beslissen, binnen duidelijke kaders, mee over onderwerpen. De gemeente Buren heeft een adviserende rol. De rol van de inwoner is meebeslisser en vaak mede-uitvoerder.
Voorbeeld: een bewonersgroep beslist zelf over het budget voor buurtactiviteiten.

Trede 6 – Zelf doen
Inwoners nemen het initiatief en voeren zelf uit. De gemeente ondersteunt waar nodig.
Voorbeeld: inwoners verzorgen zelf het onderhoud van groen in hun straat.

De kwaliteit van het resultaat hangt sterk af van hoe het wordt uitgevoerd. Daarom werkt de gemeente Buren met een stappenplan voor participatie, dat helpt om het proces goed en zorgvuldig vorm te geven. Daarnaast is er een communicatiestrategie opgesteld. Goede, duidelijke en tijdige communicatie is namelijk de basis voor succes bij participatie.

Soms nemen inwoners zelf het initiatief om iets te verbeteren in hun buurt of gemeenschap. Zulke ideeën en acties noemen we inwonersinitiatieven. Denk bijvoorbeeld aan bewoners die samen het groen in hun straat onderhouden, buurtpreventie opzetten of met lokale ondernemers een energiecoöperatie starten.

De gemeente hoeft daar niet altijd bij betrokken te zijn, maar ondersteunt waar nodig. Voor het indienen en begeleiden van inwonersinitiatieven gebruiken we ook het stappenplan voor Burense participatie. Zo zorgen we samen voor een goed en duidelijk proces.

Meebeslissen – De gemeente laat initiatieven volledig over aan inwoners en grijpt alleen in als er juridische of beleidsmatige bezwaren zijn.
Faciliteren – De gemeente ondersteunt inwonersinitiatieven met subsidies, locaties of netwerkcontacten.
Samenwerken – De gemeente is een actieve partner in een initiatief en helpt bij uitvoering en beleidsontwikkeling.

1. Heeft u een goed idee?
Bekijk eerst of uw idee voldoet aan de voorwaarden. Deze vindt u in het afwegingskader en het stappenplan Burense participatie.

2. Past uw initiatief binnen die kaders?
Meld uw idee dan aan via de ideeënbus op de website of neem rechtstreeks contact op met de kernverbinder van uw dorp of stad.

3. We nemen contact met u op
De kernverbinder bespreekt uw idee met u of brengt u in contact met een vakinhoudelijke medewerker van de gemeente.

4. Samen brengen we het initiatief in beeld
De initiatiefnemer en de medewerker van de gemeente kijken samen naar belangrijke punten, zoals draagvlak in de buurt, juridische zaken en de financiële kant.

5. U werkt het idee verder uit
Als de gemeente iets kan betekenen, stelt u als initiatiefnemer een plan op. De vakinhoudelijke medewerker ondersteunt hierbij als dat nodig is.

6. We maken duidelijke afspraken
We leggen vast wat we van elkaar verwachten en welke stappen we samen zetten. Bij complexere initiatieven stellen we ook een participatieplan op.

7. Alles netjes geregeld
Waar nodig leggen we de afspraken vast in een overeenkomst, zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is.

Naast inwonersinitiatieven, waarmee inwoners zelf met nieuwe ideeën komen, kunnen inwoners ook gebruik maken van het uitdaagrecht. Met het uitdaagrecht kunnen inwoners taken van de gemeente (deels) overnemen – als zij denken dat het beter, goedkoper of slimmer kan. Denk bijvoorbeeld aan het onderhouden van groen in de buurt of het beheer van sportvelden.

Een inwoner of groep inwoners laat aan de gemeente weten dat zij zo’n taak willen uitvoeren. De gemeente bekijkt het voorstel aan de hand van duidelijke criteria en afwegingen. Als het initiatief haalbaar is, maken we samen afspraken over de uitvoering.